Stacks Image p2_n2
Door Paul Ostendorf, futuroloog

De toekomst werkt niet meer

Paul_Ostendorf_Columnist
Werkgelegenheid scheppen is één van de taken van een regering. Net als innovatie stimuleren. Die twee zaken zijn per definitie tegenstrijdig omdat innovaties nu eenmaal banen overbodig maken. Maar tegenstrijdigheid en politiek gaan vaak samen.
Banen zijn vluchtige dingen. Vroeger was je heraut, oliemolenaar, stadsomroeper of barbier. Nu ben je webdesigner, community manager, governance officer of crowdfund manager. En straks misschien VR experience designer, bio-architect, knowledge officer of AI-tester. Als je dan tenminste nog een baan hebt. Want innovatie dendert gewoon door.
Door de eeuwen heen is er altijd een zeker evenwicht tussen het aantal banen en arbeidskrachten geweest. Maar de golven van de conjunctuur willen nog wel eens roet in het eten gooien. En van volledige werkgelegenheid was nooit sprake en die zal er ook nooit zijn. Met enige regelmaat waren er conjunctuur-schokken. Bijvoorbeeld door de opkomst van machines die plotseling veel menselijke arbeid overbodig maakten. Stoommachines, verbrandingsmotoren en elektromotoren hebben een hoop banen gekost maar brachten ook meer welvaart. De opkomst van de computer was ook zo’n schok. En een keerpunt. Deze keer geen alternatief voor fysieke arbeid. Nee, computers waren de voorbode van een tijdperk waarin de ‘aanval’ op intellectuele arbeid werd ingezet. Computers staan nog meer dan machines op gespannen voet met werkgelegenheid. Met ICT wil je zo veel mogelijk zaken sneller, beter, makkelijker en goedkoper doen en dat kost nu eenmaal banen. Er zat voor werknemers niets anders op dan vluchten naar werk dat niet door een computer kon worden uitgevoerd. En dat brengt ons bij het volgende dilemma. We zijn beland in het beginstadium van serieuze AI. Superslimme computers die niet alleen kijken maar ook zien. Die praten, luisteren, redeneren en daardoor kunnen converseren. Computers die adviseren, besturen, diagnosticeren en ga zo maar door. Kortom, of je het nou leuk vindt of niet: computers kunnen steeds vaker wat jij en ik ook kunnen. En nog beter ook! Het einde is in zicht, voor ons als werknemer dan welteverstaan.
Naast computers zien we namelijk ook andere technologieën die ons in staat stellen om onafhankelijk te zijn van producten en diensten die voorheen door de economie werden voortgebracht. Een paar voorbeelden. Energie kunnen we steeds makkelijker zelf opwekken met zonnecellen of een windmolen. Accu's worden beter en goedkoper zodat we energie kunnen opslaan voor als er geen zon of wind is. Voedsel zullen we over niet al te lange tijd zelf verbouwen in een kleine geconditioneerde ruimte in ons huis. Planten die groeien onder led-lampjes en hamburgers die worden gekweekt in petrischaaltjes. Geen akker of beestjes nodig, we maken alle benodigde eiwitten, koolhydraten en vetten super-efficiënt zelf. Veilig en goedkoop. Met een 3D-printer maken we nu een handdoekhaakje of een goedkoop sieraad. Maar de mogelijkheden van deze printers zullen drastisch toenemen. In principe kunnen ze ieder gebruiksvoorwerp maken omdat 3D-printers uiteindelijk met atomaire precisie hun werk zullen doen. Zo maar een paar voorbeelden van werk dat door innovatie wordt onttrokken aan de economie. Met de mogelijkheden van AI en geavanceerde technologie kan de samenleving langzaam veranderen in een autarkie. Een wereld waarin mensen in verregaande mate onafhankelijk zijn van de economie - en de politiek - voor hun voortbestaan. Met als gevolg dat de economie in de toekomst zal krimpen omdat mensen steeds meer zelf kunnen.
Klinkt mooi maar zijn wij wel klaar voor een toekomst zonder werk? Of gaan wij massaal op zoek naar dat kleine beetje werk wat ons nog rest. Werk dat niet door geavanceerde technologie gedaan kan worden. In dat geval: “May the force be with you. May you be with the workforce.”